Elke maand geef ik in dit blog antwoord op een vraag van een contentmaker. Hopelijk heb je er iets aan! Heb je ook een vraag? Mail me of stel je vraag op LinkedIn, in mijn feed!
Q: Ik heb een aardig succesvol blog over wandelen, en nu heb ik de ambitie om in 2019 voor het eerst een mooi groot artikel te publiceren in mijn favoriete tijdschrift. Maar hoe pak ik dat aan?
A: Beste wandelaar,
Je hebt dus al een goed blog over wandelen. Dat is fantastisch, want dat is nog helemaal niet zo eenvoudig. Met jouw kennis van het onderwerp zit het dus wel goed, en je kan ook goed schrijven. Dat is allemaal een voordeel. Om in de kolommen van je favoriete tijdschrift terecht te komen heb ik deze tips voor je.
Tip 1.
Ga je eerst eens goed verdiepen in dat magazine.
Hoeveel lezers en abonnees zijn er? Is het blad succesvol, hebben ze geld, willen ze groeien, of gaat het juist niet zo goed? Is er een grote eigen redactie of werken ze vooral met freelancers?
Als ze ambities hebben en het gaat daar best goed, dan zullen ze eerder openstaan voor iemand met nieuwe ideeën dan wanneer ze nu al krap bij kas zitten. Bij een publiekstijdschrift waar het goed gaat zal er meer budget zijn dan bij een zieltogende titel. In elk geval moet je het geld niet belangrijk maken voor je succes en daar ook niet meteen over gaan beginnen. Dat komt later wel – of je regelt iets met gesloten beurs.
Tip 2.
Krijg een goed beeld van hun publieksgroepen. Wat zijn het voor lezers, welke leeftijd, inkomen en levensstijl hebben ze?
Hoe kom je hier achter? Simpel: ga op de website zoeken naar informatie voor potentiele adverteerders. Misschien staat daar al een document met een analyse van het lezerspubliek. Bedoeld voor iemand die misschien een advtertentie wil gaan plaatsen, maar dus ook heel erg interessant voor jou. Als dat niet op de website te vinden is kan je een mailtje sturen naar de sales -of de marketingafdeling en vraag je gewoon naar dit lezersprofiel.
Uit die gegevens kan je vast wel een paar lezersgroepen destilleren. Daar kan jij dan je ideeën voor je verhalen beter op afstemmen. Misschien zijn dat bijvoorbeeld vooral jonge mensen, tweeverdieners met een jong gezin. Of een ouder publiek dat meer geld en vrije tijd heeft en twee keer per jaar in het buitenland op vakantie gaat. Of een groep die niet zoveel geld kan uitgeven maar wel veel tijd heeft en het liefst in Nederland blijft. Elke publieksgroep staat weer anders tegenover jouw expertise; wandelen.
Tip 3.
Je schrijft voor jezelf op hoe jouw expertise het beste kan aansluiten bij de diverse lezersgroepen.
Misschien zie je een groep lezers die helemaal geen ‘echte wandelaars’ zijn. Voor hen kan je misschien een verhaal maken met tips geven voor korte wandeltochtjes op zondagmorgen. Of, voor die drukke tweeverdieners: hoe en waar kan je met kleine kinderen een gezellig wandeltochtje maken van twee uur? En waar moet je dan aan denken, qua spullen en zo. Bijvoorbeeld: tien korte wandelingen in jouw stad. Of een artikel over de spullen die je per se moet hebben als je wat vaker wilt gaan wandelen na je vijftigste. Welke schoenen, broeken, hoedjes. Een wandelstok? En voor degenen die wandelen als hobby willen oppakken: hoe train je voor een meerdaagse wandeltocht? Of een verhaal over de gezondheidsaspecten (‘wandelen na een beroerte’): je zult merken dat je gemakkelijk ideeën krijgt als je een beter beeld hebt van die publieksgroepen. jOf misschien zijn die lezers van het magazine wel gevoelig voor een bepaalde sfeer: onthaasting, mindfulness. Voor die groep sla je de brug tussen jouw expertise en hun mindset: hoe kan je elke dag een ontspannende lunchwandeling inbouwen in je drukke kantoorschema? Hoe betrek je daar je collega’s bij? Hoe regel je voor jezelf een stiltewandeling? En welke apps bestaan er eigenlijk voor de wandelaar? Varieer tussen praktisch en inspirerend.
Zo kijk je met jouw expertise naar die diverse publieksgroepen en bedenkt voor elke groep een paar leuke artikelen. Zodra je een verbinding legt tussen die lezersgroepen en jouw thema borrelen er vanzelf allerlei ideeën op, je zult het zien.
Tip 4.
Zet je ideeën kort op papier.
Ga niet heel uitgebreid een idee uitwerken, compleet met begroting en zo, maar hou het simpel en kort. Een paar zinnen per onderwerp. Prikkelend. Schets de mogelijkheden. Want de redactie kent die lezers beter dan jij. Liever vijf korte gevarieerde ideeën voor hun diverse lezersgroepen, dan één groot uitgewerkt plan. De redactie zal jouw ideeën meteen gaan verbuigen naar hun eigen format, zowel qua lengte als qua budget en timing. Die ruimte moeten ze krijgen, dus vul het niet te veel in.
Tip 5.
Je verkoopt vakkennis, geen artikel.
Zet jezelf neer als iemand die graag met de redactie wil meedenken over het vertalen van jouw onderwerp (wandelen) naar de wensen en mogelijkheden van hun lezers. Dan zal de redactie jou zien als een vriendelijk en slim persoon, die iets kan toevoegen wat ze zelf niet hebben: de expertise van het wandelen. Je verkoopt dus niet een artikel, je verkoopt je vakkennis.
Tip 6.
Eerst bellen, dan mailen.
Bel even op naar de redactie en vraag naar de chef of de hoofdredacteur. Vertel dat je hem of haar wat ideeën wilt voorleggen, en vraag naar het persoonlijke emailadres. Dat is dus niet het algemene redactie-adres. Degene die je aan de lijn krijgt zal al gauw zeggen: o, mail maar even naar mij. Of ze noemen de naam van de collega in wiens pakket jouw expertise valt. Dan kom je direct terecht bij de juiste persoon.
Als je wordt uitgenodigd voor een gesprekje, telefonisch of op kantoor, dan is je belangrijkste doel dat je hun eerste aanspreekpunt wordt als het over jouw onderwerp gaat.
Tip 7.
Wees niet zuinig met je ideeën.
Geef niet alle details van je ideeën weg, maar wees inspirerend en enthousiast. Geef globaal aan welke verhalen je voor je ziet. Wees niet bang dat de redactie er met jouw ideeën vandoor gaat. Tien tegen een dat ze zelf geen tijd en geen kennis hebben om jouw voorstellen goed ten uitvoer te brengen.
En als je aan tafel zit en je hebt het gevoel dat ze driftig jouw plannetjes zitten te noteren, kan je best even aangeven dat je ervan uitgaat dat jij jouw voorstellen zelf wilt realiseren. Als ze daar moeilijk bij kijken, kan je op de man of vrouw af vragen: maar hoe zien jullie dit dan?
Tip 8.
Je geheime wapen: eigen bereik.
De beste redenen voor een magazine om met jou te gaan samenwerken, zijn: je ideeën en je bereik. Je hebt al duizenden enthousiaste volgers, nou, die neem je allemaal mee naar dat magazine. Dat zijn allemaal extra lezers en mogelijk zelfs abonnees. Je kunt samen nadenken om daar iets mee te doen: een lezersaanbieding naar jouw e-mailbestand, bijvoorbeeld. Of een gratis banner voor jouw blog op hun website. Of een lezersaanbieding die jij kunt regelen (een weekeinde in een wandelhotel). Dus stel je op als een ‘blogbaas’, je hebt een groot bereik, en dat is veel waard. Een belangrijk onderdeel van de afspraak kan dus zijn: een verwijzing van het magazine naar je blog, en vice versa. Een banner, een lezersaanbieding, een mailing naar jouw bestand. Enzovoorts.
Veel succes!
Wat is Content Q&A?
In dit blog ga ik elke maand in op een brandende vraag van een communicatie-professional. Een vraag uit het veld, gesteld door een contentmaker, een communicatie-professional, een storyteller, een woordvoerder; wat dan ook.
Waarom doe ik dat?
Als contentstrateeg help ik bedrijven en organisaties met het ontwikkelen van een contentstrategie, over alle kanalen heen. Voor meerdere doelgroepen en het hele jaar door. Ik geef tevens een tweedaagse training Contentstrategie, zowel voor heel diverse deelnemers (bij Frankwatching) als in-company. Daar krijg ik allerlei praktische vragen op me afgevuurd. Vaak is dat ook interessant voor anderen. Want contentmakers zitten vaak met dezelfde vragen.